Koninklijke NLR heeft de eerste succesvolle vlucht gemaakt met een waterstofdrone op vloeibare waterstof. De innovatieve waterstofdrone, HYDRA II, heeft proefvluchten boven het NLR-terrein in Marknesse gemaakt. De vlucht met de hybride-aangedreven drone duurde enkele minuten.
Van gas naar vloeibare waterstof
NLR heeft in 2019 met de HYDRA I op gasvormige waterstof gevlogen. Er is in de tussentijd veel onderzoek verricht naar een opvolger die vloeibare waterstof als energiedrager gebruikt. Om waterstof vloeibaar te maken moet er gekoeld worden naar een temperatuur van -252,77 °C.
Voor de HYDRA II is de vloeibare waterstof opgeslagen in een vacuüm-geïsoleerde aluminium tank onderaan de drone. De tank wordt niet actief gekoeld; door de opwarming van de gekoelde waterstof ontsnapt geleidelijk waterstofgas uit de tank. Die wordt uiteindelijk naar de brandstofcel geleid waar er elektriciteit van wordt gemaakt. In de tank zitten sensoren en warmte elementen waardoor de tank de juiste hoeveelheid gasvormig waterstof aan de brandstofcel levert.
“Bij drones komt de inzet van waterstof eigenlijk het meest tot zijn recht bij het vliegen van lange afstanden. Een VTOL zoals in onze proef stijgt verticaal op. Daarbij kunnen eerst de batterijen worden gebruikt omdat die fase relatief veel vermogen vraagt. Vervolgens zal zo’n drone als een vliegtuig, een horizontaal pad vliegen. Daarbij is het gebruik van waterstof ideaal. Bij deze configuratie ging het met name om het aantonen van de werking van de technologie tijdens een korte hover-vlucht.”
Joost Vreeken, NLR-programmaleider ‘Onbemand & Autonoom’
Leercurver
De vlucht heeft niet alleen de werking van de technologie met vloeibare waterstof als energiedrager gedemonstreerd, maar toont ook aan dat er op een veilige wijze met vloeibare waterstof gewerkt kan worden. Er is gekeken naar het gehele logistieke complex. Van de opslag en tanken van de drone tot ARBO technische aspecten en het vliegplan met veiligheidsprocedures.
De elektromotoren van de hybride-aangedreven drone kregen elektriciteit via een brandstofcel aangeleverd, waarbij tevens een accu ondersteuning leverde om de benodigde stuwkracht te kunnen garanderen.
Bron: NLR
0 reacties