Energiebedrijf ENGIE zet opnieuw een flinke stap richting een CO₂-neutrale toekomst. De Maxima-centrale bij Lelystad krijgt een tweede waterstof-ready turbine, dankzij een investering van ruim 40 miljoen euro. Hiermee wordt dit de eerste elektriciteitscentrale in Nederland waar op beide units tot 50% waterstof kan worden bijgestookt. De ombouw van de tweede turbine wordt begin 2027 afgerond.
De Maxima-centrale bestaat uit twee gasgestookte turbines en werd in 2010 opgeleverd als de meest efficiënte gascentrale van Nederland. De eerste turbine werd al in 2023 omgebouwd voor waterstofbijmenging – een unicum in Nederland. Nu volgt ook de tweede unit. Daarmee is de hele centrale straks voorbereid op de energiemix van de toekomst.
Volgens ENGIE-topman Harry Talen is het belangrijk niet af te wachten tot infrastructuur en waterstoflevering volledig op orde zijn:
“ENGIE wacht niet af, maar pakt haar verantwoordelijkheid door te investeren in duurzame technologie. Wij tonen onze bereidheid om te investeren in deze transitie en willen daarbij samen optrekken met overheid en marktpartijen.”
Flexibel én schoon vermogen
Gascentrales zoals Maxima draaien tegenwoordig minder uren, maar blijven van groot belang als flexibel regelbaar vermogen. Juist op momenten dat wind en zon onvoldoende leveren, zijn ze essentieel voor leveringszekerheid. Door over te schakelen op waterstofbijstook, wordt deze flexibiliteit schoner dan ooit.
De technische aanpassingen aan de tweede turbine – uitgevoerd door het Italiaanse Ansaldo Energia – omvatten onder meer vernieuwde schoepen en branders. Het resultaat: tot 35 MW extra vermogen én een rendement dat tot de wereldtop behoort. Elke turbine bespaart straks jaarlijks 40.000 ton CO₂ dankzij efficiëntieverbetering, en met 50% waterstofbijstook komt daar nog eens tot 100.000 ton CO₂-reductie bij.
Maxima als energiehub van de toekomst
Het terrein van de Maxima-centrale ontwikkelt zich tot een veelzijdige energiehub. Naast de 900 MW gascentrale bevindt zich al een 32 MW zonnepark. Eind 2025 komt daar een batterijpark van 35 MW bij, waarmee lokaal opgewekte duurzame stroom beter opgeslagen en benut kan worden.
Beschikbaarheid van groene waterstof onzeker
De uitdaging? De beschikbaarheid van groene waterstof én de benodigde infrastructuur om die op grote schaal aan te voeren. ENGIE roept daarom op tot nauwere samenwerking binnen de energieketen om deze ontbrekende schakel versneld te realiseren.
Tot op heden is de Flevopolder nog niet in beeld als het gaat om het aanleggen van de waterstof backbone. In de meest recente voorstel tot aanpassing van het uitrolplan van de aanleg, zal het zeker tot ver na 2033 duren voordat de Flevopolder eventueel zal kunnen worden aangesloten.
Bij een bijmenging van 50% waterstof verwacht ENGIE een verbruik van ongeveer 16.000 ton waterstof per jaar, afhankelijk van de inzet en het aantal draaiuren van de centrale. De centrale zal in de toekomst waarschijnlijk flexibeler worden ingezet, met meer start- en stopmomenten en minder vollasturen. Hierdoor kan het daadwerkelijke verbruik variëren. Deze hoeveelheid aan groene waterstof is momenteel bij lange na niet beschikbaar. Hiervoor is een forse uitbreiding van de productie / import faciliteiten een must. ENGIE maakt de bewuste keuze om hier niet op te gaan wachten, maar om nu alvast te investeren in een groene toekomst met waterstof.

Bron: Engie en Hynetwork
0 reacties