In Lochem liep de afgelopen jaren een spraakmakend proefproject: een aantal bestaande woningen werd verwarmd met waterstof in plaats van aardgas. Het initiatief trok veel aandacht, omdat het de belofte in zich droeg dat ook bestaande huizen zonder grote verbouwingen van het aardgas af zouden kunnen. Toch komt er een einde aan het experiment. Waarom stopt dit project, en wat kunnen we ervan leren?
De belofte van Lochem
De pilot in Lochem was bedoeld om in de praktijk te testen of waterstof een realistisch alternatief kan zijn voor het verwarmen van woningen. Bewoners werden aangesloten op een aparte waterstofleiding en kregen cv-ketels die speciaal waren aangepast voor het gebruik van waterstof. Het idee was simpel maar aantrekkelijk: gebruik het bestaande gasnetwerk, vervang aardgas door groene waterstof, en klaar is Kees.
Vooral voor oudere of moeilijk te isoleren woningen leek dit een kansrijke route. Warmtepompen zijn daar vaak minder efficiënt, en een warmtenet is in dunbevolkte gebieden niet altijd haalbaar.
Waarom de stekker eruit gaat
Toch hebben de project partners het project niet nog met twee jaar te verlenging. De belangrijkste reden: de kosten. Groene waterstof is nog altijd vele malen duurder dan aardgas of elektriciteit. Bovendien is er in Nederland nog maar zeer beperkt aanbod van écht duurzame waterstof.
Daarnaast speelt de efficiëntie een grote rol. Het kost veel duurzame elektriciteit om waterstof te maken, terwijl diezelfde elektriciteit ook direct gebruikt kan worden om warmtepompen aan te drijven. Voor een grootschalige uitrol ontbreekt de logica, zo concluderen de betrokken partijen.
Tot slot werd duidelijk dat het project veel complexer en duurder was dan aanvankelijk gedacht. Voor een kleine groep woningen is dat nog te overzien, maar om hele wijken of dorpen op waterstof te laten draaien, zouden de maatschappelijke kosten enorm oplopen.
Lessen uit de proef
Dat Lochem stopt, betekent niet dat de proef mislukt is. Integendeel: juist dit soort pilots zijn waardevol, omdat ze laten zien wat er in de praktijk werkt – en wat niet.
De belangrijkste lessen:
- Technisch kan het. Cv-ketels op waterstof werken, en bewoners konden zonder grote aanpassingen overstappen.
- Financieel is het (nog) niet haalbaar. De prijs van groene waterstof maakt het op dit moment onrealistisch voor grootschalige toepassing in woningen.
- Beperkte rol voor woningen. Waterstof lijkt zinvoller in de industrie, zwaar transport en seizoensopslag, waar alternatieven moeilijker zijn.
En nu verder?
Voor de bewoners van Lochem betekent het einde van de pilot dat ze weer teruggaan naar andere verwarmingsopties. Voor beleidsmakers en bedrijven biedt het project vooral inzicht: waterstof in de gebouwde omgeving is geen quick fix, maar hooguit een niche-oplossing voor specifieke situaties.
De energietransitie vraagt om keuzes. Lochem laat zien dat we niet alle paden eindeloos moeten blijven bewandelen, maar juist moeten durven concluderen: hier ligt niet de toekomst.
Positieve blik vooruit
Toch is het verhaal van Lochem niet somber. Juist doordat deze proef is uitgevoerd, weten we nu veel beter waar waterstof wél en waar het níet tot zijn recht komt. De opgedane kennis helpt om middelen slimmer in te zetten: richting industrie, mobiliteit en grootschalige opslag, waar de impact het grootst is.
Met andere woorden: de ervaring in Lochem voorkomt dat we op nationaal niveau kostbare omwegen maken. Het is een stap terug op lokaal niveau, maar tegelijk een stap vooruit voor de energietransitie als geheel.
Waardevolle ervaring
Het waterstofproject in Lochem bewijst dat de techniek werkt, maar dat de kosten en beschikbaarheid voorlopig een showstopper zijn. Een waardevolle ervaring dus – én een belangrijke bouwsteen voor toekomstige waterstofprojecten waar de inzet wel het verschil kan maken.

1 reactie
Ad van Ommen · 16 september 2025 op 14:52
De pilot in Lochem heeft duidelijk gemaakt dat anno 2025 waterstof geen een-op-een vervanging kan zijn voor gas in de cv-ketel. Andere vragen zijn blijkbaar niet gesteld en beantwoord. Bijvoorbeeld: (1) De warmtepomp kan de energiebehoefte dekken gedurende 80 tot 90% van de tijd. Wat zijn de aanvullende mogelijkheden voor de koudste dagen van het jaar en kan dan waterstof zo’n aanvullende rol spelen? (2) Wanneer is het meer rendabel het elektriciteitsnet te verzwaren en wanneer is het slimmer om de bestaande infrastructuur gas te gebruiken om pieken in het energieverbruik op te vangen?