Gasunie heeft aangegeven dat de ombouw van de ‘IJsselmeerleiding’ van aardgas naar waterstof vertraging heeft opgelopen. Dit is in Noord Nederland met name een nadeel voor het bereiken van een deel van de industrie in de provincies Friesland en Groningen. De einddatum van 2030 blijft volgens Gasunie nog altijd haalbaar.
De aardgasstromen veranderen. Door de Russische inval in Oekraïne en het snel afnemende aanbod van Russisch gas ontstaat in Europa en zeker ook specifiek in Nederland en Duitsland de wens sneller minder afhankelijk te worden van Russisch aardgas. Ook de aanvoer van Gronings aardgas is geminimaliseerd. Als alternatief wordt nu aardgas in de vorm van LNG (vloeibaar aardgas) geïmporteerd via de Rotterdamse haven. Dit zorgt voor veranderende aardgasstromen.
IJsselmeerleiding
Deze veranderende gasstromen leiden ertoe dat Gasunie de zogenaamde IJsselmeerleiding (het tracé van Wieringermeer tot Tjuchem) die door Gasunie was voorzien in fase 1 (2025-2026) van het ingediende ontwikkelplan van het waterstofnetwerk langer beschikbaar moet houden voor aardgas. Deze leiding kan nu pas rond 2030 ingezet worden voor waterstof.
Twee alternatieven
Er zijn twee alternatieven voor de IJsselmeerroute route om de functionaliteiten van het vastgestelde uitrolplan voor het landelijke waterstof transportnet mogelijk te blijven maken tegen grofweg dezelfde kosten, dezelfde planning en vergelijkbare hoeveelheid nieuwbouw t.o.v. de IJsselmeerroute; de Betuweroute en de Brabantroute. Beide tracés kennen voor -en nadelen voor het aanleggen van een waterstof- en een aardgasleiding.
- De Brabant route: dit is het tracé van Moerdijk tot Ravenstein. Dit tracé vereist iets minder nieuwbouw dan de IJsselmeerroute. Het tracé overlapt van Moerdijk tot Boxtel met het beoogd tracé van de Delta Corridor, maar zou mogelijk moeten worden verlengd tot America (50 km extra nieuwbouw) als de ombouw van Boxtel tot Ravenstein niet op tijd te realiseren is.
- De Betuwe route: het tracé van Wijngaarden tot Hernen. Dit tracé vereist ongeveer evenveel nieuwbouw als de IJsselmeerroute en zal mogelijk langzamer uit te voeren zijn vanwege het in kaart brengen van archeologie over de lengte van de nieuwbouw.
Op dit moment geniet het tracé door Brabant de voorkeur van Gasunie. Waar vervolgens in fase 1 (2025-2026) de aansluiting wordt gerealiseerd met Noord-Oost Nederland, is nog niet bekend.
Gevolgen van de vertraging voor mn Friesland en Groningen
Beide alternatieven hebben tot gevolg dat een aantal industriële locaties in de nabijheid van het tracé Wieringermeer-Grijpskerk-Tjuchem in de IJsselmeerroute later op het landelijk transportnet kunnen worden aangesloten. Dit is in Noord Nederland met name een nadeel voor het bereiken van een deel van de industrie in de provincies Friesland en Groningen. Hoeveel later dit wordt, is momentele nog onduidelijk.
Daar staat tegenover dat locaties in nabijheid van de Brabant- of Betuweroute en in de buurt van het tracé tussen Ommen en Ravenstein nu eerder deze mogelijkheid tot aansluiting op het transportnet krijgen. Met name de geïnteresseerde bedrijven in Gelderland en Brabant, waaronder de keramische industrie, spreken voor het eerder ontwikkelen van een zuidelijke route.
Ondanks de veranderende aardgasstromen kan Gasunie de functionaliteit van het door de minister vastgestelde uitrolplan zoals opgenomen in kamerbrief dd. 29 juni 2022 realiseren uiterlijk in 2030. Bovendien kan de gevraagde fasering ook grotendeels in stand blijven. Het grote verschil zit in de volgorde van de realisatie van de oost-west verbindingen.
Bron: Brief Ontwikkeling aardgasstromen van Gasunie aan het Ministerie van EKZ
Afbeelding: basis © Gasunie, aanpassingen aangebracht door Alles over Waterstof, in afwachting van validatie door Gasunie
0 reacties